Burgerlijk Wetboek Boek 1
Artikel 265
1
Verzoeken op grond van artikel 254, vijfde lid, en de artikelen 256-264 moeten schriftelijk worden gedaan. Voor zover zij zich tot de kinderrechter richten, kunnen zij worden ingediend zonder advocaat.
2
De stichting, bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg die een verzoek indient of wordt opgeroepen, zendt bij het verzoekschrift of onverwijld na de oproep, het plan, bedoeld in artikel 13, derde lid, van de Wet op de jeugdzorg en een verslag van het verloop van de ondertoezichtstelling aan de kinderrechter.
3
Het plan en het verslag, bedoeld in het tweede lid, worden eveneens gezonden aan de raad voor de kinderbescherming.
4
De verzoeken die de stichting, bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg ter uitvoering van haar taak tot de rechter richt, kunnen worden ingediend zonder procureur en worden kosteloos behandeld; de grossen, afschriften en uittreksels, die zij tot dat doel aanvraagt, worden haar door de griffiers vrij van alle kosten uitgereikt.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.